File:POERUP D4.2Sd Policy advice for schools Executive summary Dutch.pdf

Samenvatting

POERUP is deels gefinancierd door het Lifelong Learning programma van de Europese Commissie. Het overall doel van POERUP is informatie verschaffen om de ontwikkeling van een doeltreffend beleid over het gebruik van open leermaterialen (Open Educational Resources, afgekort tot OER) te bevorderen, met name in de EU, in alle sectoren van het onderwijs.

Bevindingen

1. Er is relatief weinig OER beleid op nationaal niveau expliciet gericht op primair en secundair onderwijs (PO en VO)
2. OER zijn een belangrijk onderdeel geweest van twee van de belangrijkste beleidsinitiatieven van de Commissie met betrekking tot het onderwijs (in het bijzonder met inbegrip van PO en VO): Opening Up Education en Rethinking Education
3. Er lijkt enige verwarring te zijn rond de boodschap van de Commissie over de beschikbaarheid (of anderszins) van OER voor PO en VO.
4. OER hebben het potentieel om een waardevol element in bezuinigingsbeleid te zijn
5. OER hebben het potentieel om de leerervaring in het PO en VO te verbeteren
6. Ongelijkheid in de mate van ontwikkeling van de ICT infrastructuur voor het onderwijs in de Europese Unie vormt een serieuze belemmering voor het vermogen van scholen in PO en VO om het potentieel van OER te benutten
7. Het lijkt erop dat er "miljoenen" Europese OER beschikbaar zijn, potentieel geschikt voor PO en VO
8. Een significant deel daarvan is afkomstig uit de "culturele sector" (musea, galerieën, archieven, nationale omroepen)
9. Het onderzoek toont een brede consensus over de meest gemelde en vermeende belemmeringen en hindernissen voor het gebruik van OER.

OER beleidsaanbevelingen

Gebaseerd op ons begrip van de huidige OER beleidsmaatregelen en initiatieven, maken we de volgende aanbevelingen voor het beleid:

Communicatie en bewustwording

1. De Commissie moet haar standpunt verduidelijken met betrekking tot de overvloed of schaarste van geschikte leermaterialen die momenteel beschikbaar zijn en moet deze boodschap communiceren.
2. De Commissie moet voortgaan met het bij educatieve gebruikers (leiders, professionals, lerenden) promoten van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van open leermaterialen uit de culturele sector. De Commissie moet de lidstaten aanmoedigen en ondersteunen om deze middelen in het kader van hun soevereine educatieve doelstellingen te promoten.
3. De Commissie moet de lidstaten aanmoedigen om hetzelfde te doen voor hun nationale culturele sector programma's, om deze beschikbaar te stellen in de hele Europese Unie en ervoor te zorgen dat de toekomstige programma's geen onbedoelde juridische beperkingen hebben voor grensoverschrijdende uitwisseling.
4. Lidstaten moeten (in het kader van hun soevereine educatieve doelstellingen) promoten bij educatieve gebruikers (leiders, professionals, lerenden) de beschikbaarheid en toegankelijkheid van open materialen in hun programma's in de culturele sector.
5. De Commissie moet de Lidstaten stimuleren om de voordelen te promoten van het onder een open licentie beschikbaar maken van materialen bij scholen, met name door de overheid gefinancierde scholen.
6. Lidstaten moeten bij scholen (met name door de overheid gefinancierde scholen) de voordelen promoten van het onder een open licentie beschikbaar maken van materialen.

Financiering

7. Lidstaten moeten ervoor zorgen dat de budgetten voor digitale leermiddelen flexibel genoeg zijn om ontwikkeling (en onderhoud) van open gelicentieerde materialen te ondersteunen.

Copyright en licenties

8. De Commissie moet ervoor zorgen dat alle publiek beschikbare resultaten van haar programma's onder een geschikte open licentie worden gepubliceerd (bijvoorbeeld een Creative Commons open licentie (zie http://creativecommons.org/licenses)).
9. Lidstaten moeten ervoor zorgen dat alle publiek beschikbare resultaten van hun nationale programma's voor onderzoek en onderwijs onder een geschikte open licentie gepubliceerd worden (bijvoorbeeld een Creative Commons open licentie (zie http://creativecommons.org/licenses)).

Kwaliteit en toegankelijkheid

10. De Commissie moet ervoor zorgen dat toegang en toegankelijkheid centrale principes zijn van al haar OER programma's en initiatieven
11. De Commissie moet pogen haar aanzienlijke investeringen in repositories te benutten om beter begrip te krijgen van succes- en faalfactoren voor OER Repositories en OER - in het bijzonder de invloed van de verschillende benaderingen van kwaliteitszorg.
12. Lidstaten moeten (binnen redelijke verwachtingen) voorschrijven dat OER voldoet aan standaarden waardoor ze ook voor lerenden met beperkingen toegankelijk zijn en deze toegankelijkheid een centraal principe laten zijn voor alle OER programma's en initiatieven.
13. Lidstaten met een Quality Assurance proces moeten ervoor zorgen dat OER mogen worden opgenomen in erkende lijsten met educatieve materialen.
14. Lidstaten moeten overwegen een OER evaluatie en goedkeuring panel in te stellen en deze ook financieren. In dit panel moeten docenten, content experts en toegankelijkheid experts zitting nemen.
15. Lidstaten kunnen overwegen een natie-brede kosten-batenanalyse uit te laten voeren door een OER-specialist naar de mogelijke besparingen (of anderszins) die kunnen worden bereikt door middel van het implementeren van een OER strategie.

Continue professionalisering

16. Lidstaten moeten een programma voor professionele ontwikkeling opzetten en adequaat financieren om docenten en beheerders de voordelen en het gebruik van OER en open licenties te laten inzien.

Infrastructuur

17. De Commissie moet de focus blijven houden op het verbeteren van ICT in de onderwijs-infrastructuur in de lidstaten (en nivellering van ongelijkheid van toegang), zodat zij in staat zijn om potentiële pedagogische en financiële voordelen van OER te benutten.
18. Lidstaten moeten hun focus blijven houden op het verbeteren van ICT in de onderwijs-infrastructuur (en nivellering van ongelijkheid van toegang), zodat zij in staat zijn om potentiële pedagogische en financiële voordelen van OER te benutten.
19. Indien Lidstaten (of instellingen) digitale devices verschaffen moeten ze ervoor zorgen dat de effectiviteit (economisch en pedagogisch) van devices, ondersteuning en strategie met betrekking tot OER gemaximaliseerd is.

Verder onderzoek

20. De Commissie moet haar kennis van en inzicht in de impact van nieuwe vormen van leren (inclusief online leren, afstandsleren, OER en MOOC's) op de kwaliteitsborging en erkenning ontwikkelen.
21. De Commissie moet onderzoek naar de verifieerbare voordelen en nadelen van OER financieren, met grotere inspanningen om dergelijke analyses te integreren met haar lopende onderzoek naar leren op afstand, on-campus online leren, en didactiek; en bevelen het zelfde aan aan de Lidstaten.
22. Toekomstig OER-onderzoek in PO en VO moet expliciet repositories, federations, portals en tooling omvatten en moeten daarbij meenemen off-campus leren (zowel institutioneel - virtuele scholen - als zelfstudie of thuisonderwijs).
23. Concreet moet de Commissie bestaand of toekomstig onderzoek ondersteunen dat tot doel heeft meer inzicht te krijgen in succes- en faalfactoren van OER Repositories en OER, met name de invloed van de verschillende benaderingen van kwaliteitszorg.
24. De Commissie moet onderzoek naar potentieel duurzame businessmodellen voor OER bevorderen, en deze integreren met haar lopende onderzoek naar leren op afstand, on-campus online leren, en didactiek; en bevelen hetzelfde aan aan de Lidstaten.
25. De Commissie moet exporeren hoe nauwere, duurzame samenwerking kan worden bevorderd tussen onderzoekers in het hoger onderwijs en het werkveld van PO en VO met als doel het verhogen van de evidence kennisbasis over OER in PO en VO en het ontwikkelen van een cultuur van een discours tussen de sectoren en delen over de sectoren.